Bomvrij Hospitaal in Bastion VI


Nieuwe kruitmagazijnen in de 19de eeuw van de vesting Hellevoetsluis.


In het midden van de 19de eeuw bleek er behoefte te zijn aan een nieuw buskruitmagazijn, met de eis dat het gebouw bomvrij zou zijn. Dit hield in dat het te bouwen opslag bestand zou zijn tegen zware granaatinslagen. Het magazijn zou moeten worden gebouwd in Bastion VI.

In 1855 lag er een voorstel tot de bouw van een klein magazijn met twee ruimten met een lengte en breedte van 4.50 mtr. Dit bestek ging met een reactie van de minister gepaard waarin hij voorstelde om het idee van kleine opslagruimten te laten varen en in plaats daarvan een groot buskruitmagazijn in Bastion VI te bouwen, dat dienst zou doen als centrale-opslagplaats.

Normaliter was de gewoonte om kleine magazijnen vanuit grote te bevoorraden. Dit was relatief een kostbare zaak in verhouding tot de capaciteit van hun berging en het risicovolle transport. Het advies van de Generaal-Majoor Inspecteur der 1ste Inspectie der Fortificatiën werd door het minister van Oorlog gevolgd en in mei 1857 werd het nieuwe buskruitmagazijn vergroot opgeleverd.
Het gebouw bevat drie ruimten, ieder gedekt door een tongewelf, 21 K/ton buskruit kon hier worden opgeslagen.

In 1874 werd de nieuwe vestingwet aangenomen, deze leidde tot eigentijdse aanpassingen van de vesting Hellevoetsluis. De uitvoering vond plaats in de periode 1880-1885. Een van de aanpassingen was dat de bastions voor zijn gebruikers een eigen kruitmagazijn zouden hebben. Daarbij verloor het grote kruitmagazijn in Bastion VI zijn taak als distributeur en werd als zodanig ingericht tot bomvrij wachtlokaal en logiesruimte. Het gebouw bestaat dan uit drie gewelfde ruimten met daar in een officiersverblijf, het deed dienst als noodhospitaal en voor kazernering.

Heden ten dage bekend als het ‘Bomvrije Hospitaal of Bomvrije Logies’.

Hellevoetsluis, 27 december 2011
auteur J.C.H. Jansen.
Redactie en tekeningbewerking A.C. Pieké