Het schip de Kaiyo Maru en Hellevoetsluis

Een Japans oorlogsschip uit Nederland
Op donderdagmiddag 2 november 1865, was er op de werf van C. Gips & Zonen aan het Wilgenbos te Dordrecht een bijzondere gebeurtenis. Drommen mensen kwamen er opaf, want nooit eerder was er in Nederland zo’n groot houten oorlogsschip gebouwd en van stapel gelopen. Het ging om de Kaiyo Maru, dit voor rekening van de regering van het verre, mysterieuze Japan. Onder de toeschouwers bevonden zich vele notabelen, waaronder ook de minister van marine en de directie van de Nederlandsche Handelmaatschappij.
Ook de Japanse officieren die enkele jaren eerder naar Nederland waren gekomen om kennis op te doen van de moderne scheepsbouw en westerse marinetactieken waren aanwezig. Zelfs de schipbreuk bij Oost-Indië op hun zeereis vanuit Japan had hen niet van kunnen weerhouden het vaderland te dienen.
Het moment van de tewaterlating was daar en onder luid gejuich kwam het enorme schroef-stoomfregat in beweging en gleed vlekkeloos de Maas in.

Dordrecht tewaterlating van de Kaiyo Maru

Enkele dagen later werd de Kaiyo Maru naar Hellevoetsluis versleept om daar, op de Marinewerf, haar stoommachine en kanons geplaatst te krijgen.

Eind 1866 vertrok de Kaiyo Maru met een Nederlandse bemanning en met de Japanse officieren aan boord op haar eerste reis richting haar nieuwe thuisland.
De tocht voerde langs Brazilië om vervolgens onder Kaap de Goede Hoop door naar Nederlandsch-Indië te varen. Op de zesentwintigste dag van de derde maand in het derde jaar van Keio, oftewel 30 april 1867, voer het schip dan eindelijk de haven van Yokohama binnen waar zij prompt werd overgedragen aan de Japanse regering. De Kaiyo Maru werd terstond vlaggenschip van de jonge Japanse marine.
Ondertussen was de macht van shogun Tokugawa Yoshinobu, de politiek en militair leider van Japan, sterk verzwakt. De voorbije jaren had Japan voortdurend te maken gehad met een bijna eindeloze reeks volksopstanden en afvallige daimyo, krijgsheren met eigen legers die de Japanse provincies bestuurden.
Nauwelijks een jaar later brak een burgeroorlog uit tussen de shogungetrouwe daimyo en daimyo die de politieke macht van de shogun wilden afnemen en aan de Japanse keizer wilden ‘teruggeven’.
Nadat enkele maanden later de shogun formeel de politieke macht had overgedragen, vluchtte deze op de Kaiyo Maru vanuit Osaka over zee naar Edo, het huidige Tokio. Niet lang daarna viel Edo in handen van keizersgezinde troepen. Hierop accepteerde een groot deel van Japan de keizer als nieuw politiek leider.
Een groep daimyo in het noorden bleef zich echter verzetten.

De Kaiyo Maru voor anker

Enomoto Takeaki was een van de jonge officieren geweest die in Nederland had gestudeerd en met de Kaiyo Maru was teruggekeerd naar Japan. Nu was hij vice-admiraal in de Japanse marine.

Enomoto Takeaki

Hij weigerde zich over te geven aan de nieuwe regering, waarop hij vluchtte met de Kaiyo Maru en vergezeld van het grootste deel van zijn vloot vanuit Edo Baai naar het noorden van Japan en uiteindelijk naar het noordelijke hoofdeiland Ezochi, nu Hokkaido geheten. Enomoto had met zijn grotere en beter bewapende vloot een groot overwicht over de kleine keizerlijke marine. Het eiland Ezochi kon zo goed verdedigd worden en dienen als basis voor de overgebleven rebellen.
De Kaiyo Maru was het grootste en best bewapende oorlogsschip van heel Japan.
Als vanzelfsprekend werd het schip in de plannen van de rebellen een belangrijke rol toebedeeld.
Op 28 december 1868, 15/11/4 Keio, sloeg het noodlot toe: tijdens scheepsmanoeuvres voor de kust van het stadje Esashi kwam de Kaiyo Maru, nog geen twee jaar nadat ze in Japan was gearriveerd in een vliegende storm terecht, sloeg in de nacht op de rotsen en zonk.
Het verlies van de Kaiyo Maru was een gevoelige klap voor de rebellen. Zij hielden nog enkele maanden stand in Hokkaido, maar uiteindelijk werden zij tot overgave gedwongen.
Later bouwde Gips nog twee fregatten voor Japan, die geen van beiden echter de korte maar roemruchte geschiedenis van de Kaiyo Maru zouden kunnen evenaren.
Tijdlijn Kaiyo Maru
1863
11 mei, bekendmaking dat C. Gips en Zonen te Dordrecht van de Nederlandsche Handelmaatschappij is opgedragen de bouw van een houten schroef-stoom-oorlogsschip.

16 september, kiellegging van het schip.

1864
19 november, in een ceremonie wordt aan het schip gegeven de naam in Japanse karakters ‘Kai yoo-mar’ (???), de naam in het Nederlands wordt Voorlichter (als in: dageraad)

1865
2 november, stapelloop van het schip,onder grote belangstelling, waaronder de minister van marine en de directie van de Nederlandsche Handelmaatschappij.
15 november, versleping van Dordrecht naar Hellevoetsluis om daar de machine in te laten zetten en de kanons te plaatsen.

1866
10 september, oplevering aan de Nederlandsche Handelmaatschappij
1 december, om 8 uur ‘s ochtends verlaat het schip de haven van Vlissingen en begint aan haar reis naar Japan.

1867
22 januari – 1 februari, aangemeerd in Rio de Janeiro, Brazilië, voor bevoorrading.
29 maart – 10 april, aangemeerd in Ambon, Nederlands-Indië, voor bevoorrading.
30 april, aankomst in Japan te Yokohama na 150 kalenderdagen.
22 juni, overdracht aan het shogunaat.
19 november, Shogun Tokugawa Yoshinobu draagt formeel een groot deel van zijn macht over aan de dan 15-jarige keizer.

1868
28 januari, tijdens de slag bij Awa voert de Kaiyo Maru onder bevel van admiraal Togo Heihachiro strijd met een eskader oorlogsschepen onder het bevel van de keizer.
31 januari, na de slag om Toba-Fushimi vlucht (oud-)shogun Tokugawa Yoshinobu vanuit het kasteel van Osaka op de Kaiyo Maru terug naar Edo.
september, na de val van Edo weigert viceadmiraal Enomoto Takeaki zich over te geven aan de keizerlijke troepen en vlucht met zijn vlaggenschip en zeven andere schepen uit de baai van Edo weg naar het noordelijk gelegen Sendai.
3 december, de vloot komt aan voor de kust van Hokkaido bij het stadje Mori. Het meegevoerde leger wordt aan landgezet en trekt op naar de nabijgelegen havenstad Hakodate.
8 december, de Kaiyo Maru vaart de ingenomen haven van Hakodate binnen en brengt een kanonssaluut.
24 december, het schip verlaat de haven van Hakodate om de naar Esashi oprukkende troepen te ondersteunen.
27 december, de Kaiyo Maru arriveert voor de kust bij Esashi.
28 december, het schip slaat in een vliegende storm op de rotsen nabij Esashi, Hokkaido. Het lukt niet om los komen. Enkele dagen verdwijnt de Kaiyo Maru onder de golven.

1974
Het wrak wordt teruggevonden op de zeebodem. In de komende 10 jaar worden ruim 32.000 voorwerpen opgedoken.
1979
Het Dordrechts Museum houdt een tentoonstelling over de Kaiyo Maru en toont een aantal opgedoken objecten.
ca. 1990
De Kaiyo Maru wordt gereconstrueerd in de haven van Esashi, Japan en ingericht als zowel museum en jeugdeducatiecentrum.
2015
Het is 150 jaar geleden dat de Kaiyo Maru in Dordrecht van stapel liep.

Yokosuka vaste dok met replica Kaiyo Maru

Hakodate
In 1998 ontving het gemeentebestuur van Hellevoetsluis een uitnodiging van het stadsbestuur van Hakodate (op het eiland Hokaido) om met een delegatie naar de Japanse stad te komen voor het bijwonen voor een conferentie over de ontwikkeling van oude vestingsteden over de hele wereld. Waarom kreeg Hellevoetsluis die uitnodiging? In de eerste plaats omdat de Nederlandse vestingbouw in Japan navolging had gevonden. De stad Hakodate herbergt een heuse vesting, het fort Goryokaku. Het fort ligt midden in de stad en heeft nu een parkfunctie. In Nederland zijn veel beter uitgebouwde en completer vestingen te vinden. Japan trok echter een vergelijking met Hellevoetsluis, omdat zij bekend was met de inbouw van de machines en de kanonnen van het schip ‘Kaiyo Maru.
Een Hellevoetse delegatie, toog naar Japan waar ze met delegaties uit de steden Halifax, Munster, Calais, Hamina. Palmanovo, St. Petersburg, Hue, Usuda en gaststad Hakodate spraken over de toekomstige ontwikkelingsmogelijkheden voor oude vestingen.

Droogdok en Japan
Het was ooit de bedoeling om met het verhaal van de Kaiyo Maru na afloop van de restauratie en de verdere inrichting van het droogdok iets te doen. Met de bedoeling Japanners naar Hellevoetsluis te trekken. Met de afbouw van het schip speelt Hellevoetsluis tenslotte een leuke rol in de geschiedenis van de betrekkingen met Japan. Japanners gaan wel voor minder belangrijke zaken ergens heen.
In 2015 is het 150 jaar geleden dat het schip in Dordrecht van stapel liep. In die stad zijn al stemmen opgegaan dit niet ongemerkt voorbij te laten gaan. Waarom in Hellevoetsluis dan ook niet?
Een tentoonstelling, met daarin de rol van de marinewerf voor Hellevoetsluis en zelfs ook Japan nader belicht, moet toch mogelijk zijn. Misschien in samenwerking met Dordrecht en niet te vergeten het Maritiem Museum in Rotterdam. De geschiedenis van de Kaiyo Maru is daar uitstekend bekend. De werf Gips bestaat niet meer, het droogdok met daarin de geschiedenis van de Hellevoetse werf nog wel.
Het enige echt zichtbare overblijfsel van het bezoek, is tot op heden het Japanse geschenk in de vorm van de inmiddels verschoten handgemaakte unieke kimono in de trouwzaal van Landshuis.

Enige jaren geleden is er een boekje over de geschiedenis van het schip verschenen, geschreven door Ruud Spruit. Hellevoetsluis wordt daar niet in genoemd, de schrijver laat de afbouw ten onrechte plaatsvinden in Nieuwediep. De schrijver heeft desondanks toch een leuke lezing over het onderwerp in het gemeentehuis gegeven.

Een model van de Kaiyo Maru was destijds in het bezit van de familie Malipaard te Maassluis. Misschien is het in bruikleen te verkrijgen.
Wellicht kan ook de modelbouwclub een rol spelen, de specificaties van het schip zijn bekend.

Tenslotte:
In het kader van de herdenking van het 400 jarig bestaan van economische betrekkingen tussen Nederland en Japan, organiseerde de Okayama University of Science van 28 t/m 30 november 2009 een bijzonder symposium, getiteld ‘Historical drydocks in Japan and the Netherlands’. Het centrale thema betrof een aantal gegraven droogdokken die rond 1900 in Japan waren gebouwd met behulp van Nederlandse kennis, en waar tot voor kort nauwelijks iets over bekend was.
Hellevoetsluis stuurde een delegatie die daar de vesting vertegenwoordigden. Is daar iets van overgebleven? Juist dat onderwerp moet een rol gaan spelen bij het bevorderen van Japans bezoek. De links op de Droogdok Jan Blanken website geven tot nu toe geen verwijzing naar Japanse droogdokken. Overigens ook niet naar een soortgelijk droogdok dat men midden in Kaapstad (Zuid-Afrika) aantreft.

Vaste dokken Yokosuka te Japan

Auteur Teun Lageweg
bewerking J.C.H. Jansen
fotomateriaal: Teun Lageweg/Internet
redactie/fotobewerking A.C. Pieké