Contactdag vestingbouwkundige stichtingen

Verslag Contactdag d.d. 7 november 2009 voor vestingbouwkundige stichtingen en verenigingen georganiseerd door de Stichting Menno van Coehoorn – Mariaplaats 51 – 3511 LM Utrecht, tel. 030 2312230, e-mail: info@coehoorn.nl

Gastheer is de Stichting De ijssellinie.

Op een koude regenachtige zaterdag – halfzeven in de ochtend – vertrekken wij per auto richting Olst.
Na een voorspoedige rit komen wij om halftien aan bij Café Restaurant Ripperda gemeente Den Nul.

Programma:
10.00 uur Ontvangst in het Café Restaurant met koffie en koek.

10.15 uur Welkomstwoord met aansluitend informatie over de laatste ontwikkelingen op vestingbouwkundig gebied door voorzitter van de stichting Menno van Coehoorn dhr E.N. Westerhuis.
Minister Plasterk heeft bekend gemaakt dat de hele IJssellinie rijksmonument is geworden. De beslissing van de minister ligt in de lijn van de nieuwe aanpak van de bescherming van rijksmonumenten. Daarbij is mogelijk om naast het monument ook de omgeving te beschermen. Dit betekent een nauwere aansluiting bij de ruimtelijke ordening. Te denken valt aan landschappen, kanalen, dijken, schootsvelden en inundatiegebieden. De status van rijksmonument zorgt voor extra bescherming.
Dit is mooi nieuws zou men denken, echter de wet en regelgeving rond de monumentenzorg is ingrijpend veranderd en dit heeft de nodige consequenties, met goede en minder goede kanten.

  • In de monumentenwet is de rol van de Rijksdienst vervallen. Formele aanwijzingsverzoeken van derden voor gebouwde monumenten uit de periode vóór 1940 zijn niet meer mogelijk. Alleen het RACM kan daartoe nog een aanwijzing initiëren. Wel is het voor derden nog mogelijk om suggesties aan te leveren bij de RACM en in bijzondere gevallen (ontdekkingen) kan tot bescherming worden overgegaan. Voor monumenten van nu eerder genoemde datum is de procedure niet veranderd.
  • Erfgoedinspectie is de organisatie waar vragen gesteld kunnen worden.
  • Decentralisatie van overheidstaken (decentraal wat kan, centraal wat moet).
  • De verplichting van de gemeenten om advies bij de RACM aan te vragen van een aanvraag voor een monumentenvergunning is vervallen. Alleen indien een aanvraag inhoudt (gedeeltelijke) afbraak, een reconstructie of een nieuwe bestemming van het monument, zijn gemeenten nog verplicht om advies te vragen bij de RACM.
  • De gemeenten zijn nu wel verplicht om voor het erfgoed een onafhankelijke monumentencommissie te hebben en moeten die in alle gevallen om advies dienen te vragen.
  • Zaak is om als deskundige en/of betrokken, deel te nemen aan een dergelijke commissie.
  • Het is van belang om vroegtijdig kennis te nemen en betrokken te zijn bij bestemmingsplannen.
  • Omdat de omgeving van een monument nu ook beschermd kan worden, dienen de bij wet en regelgeving vastgestelde grenzen van een beschermd stads- en dorpsgezicht, de grenzen van een monument en de eventuele samenhang met andere monumenten, de zogenoemde “ensemblewaarde”, worden vastgelegd in het gemeentelijk bestemmingsplan.
  • Alle militaire waterwerken (inundatie)worden beschermd.
  • Vervolgens meldt de heer Westerhuis betreffende de stichting, de volgende zaken:Uitzonderlijk is, dat de houten huizen binnen de “Verboden kringen”, dit is de denkbeeldige cirkel rond een vestingwerk waarbinnen wettelijke voorschriften een vrij schootsveld waarborgen, niet worden aangezien als een beschermd monument.
  • Hetzelfde geldt voor waterstaatkundige werken binnen de voornoemde cirkel, deze worden niet meegenomen als monument.
  • Bezig met het voorbereiden van een nieuwe Atlas van de Noordelijke provincies: Groningen, Friesland en Drenthe welke alle historische verdedigingswerken zal bevatten.
  • Er is vastgesteld dat de belangstelling voor instandhouding van voormalige verdedigingswerken nog steeds toeneemt.
  • Over de bescherming van de Atlantikwall is geen voortgang te melden.
  • Het documentencentrum heeft dit jaar veel van ons beeldmateriaal weten te digitaliseren zodat dit ook via Internet kan worden gedistribueerd. Door schenkingen en nalatenschappen is de werkvoorraad weer gegroeid.

10,30 uur Welkomstwoord door het bestuur van de Stichting De IJssellinie.

10,40 uur De stichting is opgericht eind 2003 uit een samenwerkingsverband tussen vrijwilligers van de IJssellinie en de stichting IJssellandschap, eigenaar van de bunkers. Het doel is de linie als een getrouw en tastbaar monumentaal verdedigingswerk van de koude oorlog te herstellen te beheren en in stand te houden en vanuit educatief en recreatief oogmerk open te sletten voor publiek.
De IJssellinie is in 1951 gebouwd ter verdediging van een mogelijke aanval van de Russen tijdens de Koude Oorlog. De Nederlandse regering besloot in het diepste geheim zo’n verdedigingslinie te bouwen. Verschillende soorten bunkers, kazematten, geschutsputjes een aantal forten en in totaal zeven inlaatwerken maken er deel van uit. De bedoeling was om een Russische opmars te vertragen en tijd te winnen. Vanuit Groot-Brittannië zouden vervolgens manschappen en materiaal worden aangevoerd.
Kapitein J.C.E. Haex was de bedenker en hij werkte samen met de heer P. Jansen die als hoogleraar aan de Technische Hogeschool in Delft verbonden was, de plannen uit.
De linie loopt grofweg tussen Kampen en Nijmegen met een lengte van ongeveer 120 kilometer.en 10 km breed. Alleen al bij Olst werd ter verdediging een zestigtal bunkers en kazematten opgetrokken en ingebetonneerde Shermantanks uit de Tweede Wereldoorlog in de IJsseldijken en in de op het land opgeworpen terpen geplaatst.
De IJssellinie functioneerde tot midden jaren zestig. Na toetreding van de Bondsrepubliek Duitsland tot de NAVO werd de verdedigingslinie verder naar het oosten gelegd bij de rivier de Elbe. In vredestijd hadden de inlaatwerken geen functie en werden ze afgesloten met een dubbele rij schotbalken waartussen klei werd gestort. In de loop der jaren zijn vele objecten die tot dit werk behoorden, gesloopt of vervallen. De linie is de laatst aangelegde Nederlandse waterlinie en bovendien vertegenwoordigt het een aspect van de militaire architectuur en militaire geschiedenis.

Als voorzitter van de Vereniging tot Bescherming van de Vesting van Hellevoetsluis is nu het woord aan de heer J. Jansen. Hij overhandigt aan de voorzitter de heer Westerhuis twee exemplaren van het boek, waarvan hij de auteur is, “Een vesting in alle staten” uitgegeven door de VBV. Dit ter uitbreiding van de bibliotheek van de stichting Menno van Coehoorn. De heer Jansen legt uit wat de inhoud van het werk behelst en dat het als rode draad fungeert, voor een grootschalig cultureel projectenprogramma “Voorne In Alle Staten”. Het wordt in dank aanvaard en met een warm applaus van de aanwezigen afgesloten.

11.10 uur Korte koffiepauze.

11.25 uur Vervolge lezing over de IJssellinie.

We krijgen via een audiovisuele voorstelling ontwerptekeningen te zien en uitleg van de werking van o.a. een inlaatwerk, de hospitaalbunker, commandobunker de stuw in de IJssel en de Luchtdoel-Terp Schamhartstraat welke bij de vliegtuigroute van de vijandelijke bommenwerpers is gebouwd plus een onderkomen voor 28 manschappen en een gemeenschappelijke munitiebunker.
Tevens kregen wij een oude voorlichtingsfilm uit de jaren 50 te zien, welke uitleg gaf hoe de bevolking diende te handelen bij een eventuele kernexplosie.
Dit veroorzaakte een wat lacherige sfeer, vanwege de destijds naïeve kijk op een dergelijk gebeuren.

12.00 uur Aperitief met aansluitend een lunchbuffet.

We laten de soep, krentenbol, broodje kroket en kaas goed smaken en praten met anderen over het indrukkende Koude Oorlog project. De bevolking wist echt van niets en werd voorgelogen. Als er werkelijk oorlog was uitgebroken, waren er vele duizenden mensen opgeofferd geworden, zo ook huis haard en vee.

13.00 uur Vertrek met de bus voor een bezoek aan de betonnen onderkomens van de IJssellinie in de omgeving van Olst en het landgoed “de Haere”.
We bezichtigen de Stuw in de IJssel, onderdeel van drijvende stuwen.
Deze bestonden uit pontonsecties waaruit caissons werden samengesteld. Een caisson had een lengte van 230 meter, 9 meter hoogte en 30 meter breedte.
Zo’n caisson kon tot zinken worden gebracht boven een geprepareerde vlakke asfaltlaag in de rivierbodem. Met beweegbare kleppen kon het worden afgesloten.
Dan een enorm inlaatwerk welke in 2005 grotendeels is hersteld. Eigenlijk was de werking ervan hetzelfde principe als onze huidige Haringvlietdam.
Een commandobunker, voor die tijd bomvrij met muren van 120 cm dik voorzien van gassluizen (men was ontzettend bang van zenuwgas). Bij de ingang was ook nog zeer verdekt een machinegeweer opgesteld. Hiermee was vijandelijke binnenkomst schier onmogelijk. Vanuit deze bunker liepen telefoonkabels op 2 meter diep naar alle kazematten en bunkers.
De hospitaalbunker, dit noodhospitaal is gedeeltelijk ingegraven en gebouwd in 1955 en voorzien van gassluizen, geheel zelfvoorzienend. De ziekenzaal bood plaats aan 36 personen. En voorzien van een operatiekamer.
Het is gerestaureerd en ingericht als in de jaren 50.
Gevechtsopstellingen, men kon een in betongestorte Shermantank van binnen bekijken, wat we uiteraard gedaan hebben.

15.45 uur Terug met de bus naar het Café Restaurant.

16.00 uur afsluiting met wat napraten en een drankje.

De heer Westerhuis dankt de aanwezigen en voor volgend jaar is voor een contactdag de locatie Uithoorn uitgekozen.

16.45 uur Vertrekken wij weer richting Hellevoetsluis en onderweg eten we bij de Meern in Utrecht.

21.00 uur Weer thuis.

Het was een welbestede en zeer interessante dag.

Hellevoetsluis, 11 november 2009
Auteur Anja Pieké algemeen bestuurslid