Radiopeilstations Luftwaffe Voorne

BRENNESSEL I -II
RADIOPEILSTATION VAN DE LUFTWAFFE
DEN BRIEL EN NIEUWENHOORN

Radiopeilstations van het Y-peilsysteem.
Met deze peilmethode werden de noodzakelijke metingen verricht met een radiosignaal, dat vanuit het radiopeilstation werd uitgezonden en dat door een ontvang- zendercombinatie in een interceptor, of eenvoudig gezegd een jachtvliegtuig werd geretourneerd.
Met het resultaat van zo’n meting kon de positie van het jachtvliegtuig vrij nauwkeurig en- wat belangrijker was, zeer snel worden bepaald. Dit ‘Y-peilsysteem’, werd geïntroduceerd om het omslachtige systeem van de driehoekpeiling, waarbij gelijktijdig vanuit drie verschillende locaties gepeild moest worden, leende het nieuwe systeem zich goed voor de toepassing in de luchtverdedigingsorganisatie, van de Luftwaffe. De opbouw- en bouw van een dergelijke organisatie en het in bedrijf houden, zou geen kleinigheid blijken, doch met de hulp van Gruppe- Staatsrat Arnheim, werd het eerste deel ‘Jagdleitstellung Teerose’ ten noorden van Arnhem operationeel. Hier zou de praktische opleiding van het bedienend personeel gaan plaatsvinden voor de andere peilstations in Nederland; L’wenzahn, bij Franeker, Schneeglöckchen bij Schagen en Brennelsel bij Den Briel. De stations in Schagen, Franeker en Den Briel hadden een tweeling-station. Op Voorne spreken wij voor het gemak over Brennessel I en II.



Brennessel I.
Locatie buiten de vesting Den Briel aan de Thoelaverweg in de polder Nieuwland, die toen der tijd onder de gemeente Vierpolders viel. De bouw van het radiopeilstation Brennessel I, ving aan op 17 augustus 1942, met het storten van beton voor de fundaties van geschut en barakken op de weiden van Jan Kwak en Piet van de Blink.

Op 26 september 1942, was er een gebouw op het zelfde stuk grond verrezen als onderkomen voor de bedienende militairen. Er werd tevens in een ziekenzaaltje voorzien een z.g. revier. Even buiten de wallen ten noord- oosten van de stad, werd het centrale gebouw opgetrokken in ‘Regelbauw’ in dit geval de bekende T- vorm van de ‘Auswertung’ ( multi functionele ruimte). In de nabijheid, aan de overzijde van de weg verrezen een aantal barakken, ‘een aantal’ woningen werden extra gevorderd.
Van 1946 tot 2006, dienden de gebouwen en het complex het auto en garagebedrijf Luveto. Op 19 oktober 2015 nam de sloop van de opstallen een aanvang.

Een paar honderd meter ten noorden van de centrale post van Brennessel I, werden twee houten peiltorens geplaatst en nog twee andere op een grotere afstand ten zuiden van de post.
Het meest dat opviel aan de gehele installatie waren de vier peilantennes op de huisjes van de stations, zij waren geplaatst op de 12 meter hoge houten torens. De vijfde peiltoren was al aanwezig, in de vorm van een forse toren, de Dom van Brielle, waar ook een peilinstallatie werd geïnstalleerd, een hutje met antenne, dat op het dak van de toren kwam.



De klokkenzolder, eerder leeggeroofd door de bezetter, werd er eerst één, later een tweede hokje gebouwd voor het plaatsen van de meetapparatuur.
Op het Bastion VII, aan de westzijde van Den Briel werd de zender met antenne geplaatst, geschoord door een houten stellage, deze behoorde bij het peilstation op de Domtoren.
In de tussentijd vorderde de bouw van het hoofdcomplex ‘Brennessel’ gestaag. De eenheid groeide uit tot een compagnie van 100 á 120 man, zonder Helferinnen (vrouwelijke luchtmacht soldaten).Het is niet met zekerheid vast te stellen, maar het onderdeel zou bekend staan als de: 15 Jägerleit-Kompagnie. De manschappen waren ondergebracht in de barak naast de ‘Äuswertung’, waar tevens de sanitaire voorzieningen zich bevonden..
Door het verschuiven van de frontlinie in 1944, verloor het ver naar het westen gelegen station Brennessel steeds meer van haar betekenis. De helft van de bemanning werd in maart 1944 overgeplaatst naar Duitsland waar spoedig het zwaartepunt van de geallieerde opmars zou liggen. Het Y-Station Brennessel functioneerde 24 uren per dag, vanaf oktober 1942, tot augustus 1944. In september van dat zelfde jaar werd het gesloten.


Brennessel II
De situering van het tweeling-station, was een zestal kilometers van Den Briel, ten westen van het dorp Nieuwenhoorn in de polder de Goote. Het is onwaarschijnlijk, dat dit station operationeel is geweest, mede door de inundatie van 1944 van het zuidelijk deel van het eiland Voorne, kwam het complex midden in het water te liggen. Er is geen bemanning op het station gesignaleerd of ooit door bewoners waargenomen, dit in tegenstelling tot de situatie in Den Briel.


Hoe snel een situatie in korte tijd kan veranderen, bleek toen de bouw van Brennessel II in 1943, zo ver was gevorderd, dat alleen de instrumenten en zendmasten moesten worden geïnstalleerd met de cabines en de peil- of dipoolantennes.
Mogelijk had de Luftwaffe zich een andere gang van zaken voorgesteld ,maar tot een afbouw is het niet gekomen. Of de inundatieplannen daar een rol bij hebben gespeeld, is mogelijk. In ieder geval waren de militaire autoriteiten ingelicht over de inwerking stellen van de inundatie, gezien in het najaar van 1944 in de polder Nieuwland, kaden om het Brennessel I complex werden aangelegd, of dit bij II het geval was, is onbekend.
Na 1945 werd het complex, inclusief het T-vormige centrale gebouw, rechts ten noord- westen van de weg Den Briel-Nieuwenhoorn in een akker aan de Middelweg, ter hoogte van de bebouwde kom geschoond en afgebroken.
Met de aanleg van de autoweg N57 in de tachtiger jaren, is men in het gebied op de resten van Brennessel II gestuit, dit in de vorm van kabelresten, die van het centrale gebouw naar de torens liepen. De kabels rusten nu diep in de grond in afwachting van de archeoloog, die peinzend zich het nut van deze warboel zal afvragen.

Werking van de Y-peiling
Een Duitse vliegenier kon bij ‘nacht en ontij’, zelfs boven het wolkendek zijn positie te weten komen, door contact op te nemen met een peilstation. De coördinatoren van de centrale post verbonden de vlieger door met de operateurs van een van de peiltorens. Boven op deze toren stond een achthoekige cabine, de z.g. Peilerhütte, waar de ‘radiopeiler’ de dipoolantenne bediende en deze in de richting draaide, van het signaal, dat afkomstig was van het te peilen vliegtuig.




Onder de hut was een cabine geplaatst, in deze ruimte waarin zich twee operateurs bevonden die het Y-Messgerät, het meetapparaat waarmee de afstand tussen het vliegtuig en peiltoren werd gemeten, berekenden. Het apparaat bestond uit een zender en ontvanger, de laatste was voorzien van twee Braunsche- of kathode rohr. De operateur zond met zijn zender via de bijbehorende antenne een z.g. draaggolf uit, die in de zender ontvanger van het vliegtuig werd ontvangen en direct werd geretourneerd door de zender, naar het desbetreffende peilstation. Hier werd van uit de vorm van de oplichtende oscillatie het tijdsverschil berekend, daarbij gaf één van de ‘Braunsche buizen’ de grove afstandsmeting weer, de ander de fijne.



De positie en de coördinaten van het vliegtuig werden middels de centrale post of de ‘Auswertung’ doorgeseind naar de piloot van het vliegtuig.
De positiebepalingen van vliegtuigen werden vermeld in een logboek en doorgegeven aan het hoofdkwartier van de ‘Jagddivision’, Diogenes te Schaarsbergen bij Arnhem.


De Verzetsbeweging.
Natuurlijk trokken de radioopeilstations met hun gebouwen en opvallende torens de aandacht van de verzetsbewegingen. Onduidelijk is welke groepen, uit de ‘Raad van Verzet’ (R.V.V.) zich hiermee bezig hielden. Gedacht kan worden aan de Groep Albrecht, actief op de Zuidhollandse Eilanden en andere diensten die onder de Orde Dienst (O.D.) vielen. In het Nationaal Archief/Defensie, zijn verschillende rapportages, die vanuit het bezette Nederland, de Nederlandse autoriteiten in Londen bereikten. Sommige berichten waren oppervlakkig andere zeer gedetailleerd. Duidelijk is dat de rapporteurs over de ware aard van de peilstations op Voorne in het duister tastten. Daarbij moet gezegd worden, dat de ontwikkeling van het project Y-Peiling in oorlogstijd ontwikkeld en operationeel gemaakt werd en een hoge graad van geheimhouding had.
Men kan zich vandaag de dag afvragen, waartoe het risicovolle spionagewerk heeft gediend. Bekend is dat ‘Teerose’ door de geallieerde luchtmacht een keer werd aangevallen, dit was meer een incident dan een geplande aanval. De andere peilstations hebben tot hun buiten gebruikstelling ongehinderd kunnen functioneren.

Hellevoetsluis: 20-12-2012

Samengesteld door: J.C.H. Jansen.
Illustratiebewerking: A.C. Pieké.
Redactie: A.C. Pieké

Bibiliografie:
– Electronische luchtoorlog, door C. J. Olsthoorn Den Briel 1997.
– Schneeglöckchen und Brennessel. Radiopeilstations, Luftwaffe, Den Briel. Drs, W. H. Tiemen. Terugblik 1992,
Maandblad Documentatiegroep ’40- 45.
– Fotorheek Topografische Dienst Emmen.
– Brielsche Courant. K. J. Schipper
– Encyclopedie, van de tweede wereldoorlog, Winkler Prins. Amsterdam/Brussel1980.
– Eigen archief J.C.H. Jansen.